Opdracht 7: Eind goed, al goed

Mariken komt tot inkeer

Mariken weigert echter te geloven dat iemand die zeven jaar lang met een vleesgeworden duivel samengeleefd heeft, en de aanleiding van menige dode geweest is, voor vergeving in aanmerking kan komen.

Totdat God zelf in het wagenspel verklaart: Al had één mens alle zonden begaan, die ooit in de wereld zijn aangetroffen, als hij berouw heeft zullen ze hem vergeven worden. Dan besluit Mariken ter plekke haar leven te beteren en met Moenen te breken. Moenen ontsteekt in woede, sleurt haar mee de lucht in en laat haar van grote hoogte omlaag vallen.

Het meisje breekt wat botten maar blijft in leven. En als Moenen haar alsnog de nek wil breken is daar gelukkig haar oom weer, die als priester nog wel wat trucs kent om de duivel op afstand te houden.

Eind goed, al goed

De oom neemt Mariken mee naar allerlei, steeds hoger geplaatste, priesters maar geen daarvan durft Mariken haar zware zonden te vergeven. Zeven jaar seksuele omgang met de duivel! (Duizenden vrouwen zijn voor veel minder op de brandstapel gezet.) Samen met haar oom reist Mariken ten einde raad naar Rome, naar de paus, de letterlijke plaatsvervanger van God op aarde. Maar zelfs die wil hier eerst z’n vingers niet aan branden. Dan heeft de paus een idee. Hij laat Mariken drie dikke ijzeren ringen om haar hals en armen aanbrengen: als deze afvallen, zal haar alles door God vergeven zijn. En inderdaad: nadat Mariken vierentwintig jaar lang in een klooster boete heeft gedaan, worden haar door een engel de ringen afgenomen.

  • Op http://www.literatuurgeschiedenis.nl staat heel kort beschreven hoe het middeleeuwse verhaal Beatrijs in elkaar steekt.

  • Vergelijk Mariken en Beatrijs (alleen met deze informatie!) nu met elkaar en beschrijf de overeenkomsten en verschillen (dit mag een opsomming zijn).